Floor werkte ruim 15 jaar als jeugdzorgmedewerker. Daarna maakte ze 5 jaar een uitstapje naar haar eigen bedrijf. Na die 5 jaar besloot ze om weer terug te keren in de jeugdzorg. Inmiddels werkt zij als jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming west. Waarom kwam ze weer terug? En hoe ervaart ze haar terugkomst? Je leest het in haar blog.
“15 jaar lang werkte ik bij jeugdzorg in de vrijwillige hulpverlening als gezinsregisseur. Ik was niet echt een hulpverlener, maar ik zorgde onder andere voor het in kaart brengen van de problematiek binnen een gezin en zorgde ervoor dat hiervoor een plan werd uitgevoerd. Voor dit werk heb ik een jaar op een groep gewerkt. Maar ik kwam er al snel achter dat ik vooral veel plezier haal uit een meer regiefunctie en de lijntjes uitzetten. Ook miste ik doorgroeimogelijkheden en uitdaging.”
Doe nu de test en kom erachter of er een echte jeugdbeschermer in jou schuilt.
“Na ruim 15 jaar kwam er een nieuwe gelegenheid op mijn pad. Ik kom uit een ondernemersfamilie. Mijn familie heeft verschillende bedrijven en ik ben daar altijd bij betrokken geweest. We hadden een nieuw bedrijf opgestart en dat deed ik naast mijn werk als jeugdzorgmedewerker. Dat was heel veel. Toen moest ik een keuze maken. Ik had het heel erg naar mijn zin in de jeugdzorg, maar ik had ook wel zin in een nieuwe uitdaging. En ik was heel enthousiast over het nieuwe bedrijf. We waren een restaurant gestart en we wilden daarin veel doen met duurzaamheid en circulariteit. Mijn rol was vooral backoffice: het opstellen van beleid, een visie en het aansturen van personeel.”
“In die vijf jaar kreeg het bedrijf steeds meer vorm. Ik merkte ook steeds meer dat ik sommige vaardigheden uit de horeca niet heb. Bijvoorbeeld marketing en sales. En doordat het bedrijf steeds meer stappen zette, vroeg ik me vaker af wat mijn toegevoegde waarde was. Mijn kracht zat hem vooral in de creativiteit. Daarnaast merkte ik dat door het hebben van een eigen bedrijf de balans tussen werk en privé zoek was. Toen bedacht ik me dat het misschien wel goed was om weer terug te gaan naar de jeugdzorg.”
“Ik heb namelijk nooit het gevoel gehad dat ik er echt uit ben geweest. Natuurlijk deed ik heel ander werk, maar ik voelde me altijd erg betrokken bij de jeugdzorg. Ik volgde ontwikkelingen, onderhield contacten met oud-collega’s en ik heb vaak teruggedacht aan mijn werk in de jeugdzorg. Ik heb het werk ook wel gemist.”
“Het terugkeren naar de jeugdzorg ging heel makkelijk. Ik werd vrij snel aangenomen. Wel had ik als vereiste dat ik minder uren wilde werken. Ik wilde echt meer balans tussen werk en privé. Bij Jeugdbescherming west was dat mogelijk. Ook met het thuiswerken werd daar flexibel omgegaan en dat vond ik heel fijn. Nadat ik weer terugkwam in de jeugdzorg, heb ik eerst bij meerdere organisaties gewerkt. Zo heb ik onder andere een functie als coördinerend gezinsbehandelaar gehad. Bij dat bedrijf had ik erg naar mijn zin, maar ik miste doorgroeimogelijkheden en uitdaging.”
“Alleen mijn SKJ-registratie was verlopen toen ik weer terug wilde in het vak. In ongeveer een halfjaar tot een jaar heb ik mijn herregistratie weer gekregen. Ik vond dat wel even lastig, omdat ik zo lang in de jeugdzorg heb gewerkt. Maar aan de inhoudelijke vakken die ik moest volgen voor mijn herregistratie heb ik zeker wat gehad. Denk aan modules over privacy en de juridische kant van het vak. Ik heb mijn herregistratie uiteindelijk ook versneld kunnen doen.”
“Bij Jeugdbescherming west kreeg ik wel een inwerkprogramma, maar dit was geheel afgestemd op mijn eerdere ervaringen. Samen hebben we gekeken welke trainingen ik wel en niet ging doen. Dat vond ik heel prettig. Trainingen over bijvoorbeeld de FFP-methode en complexe scheidingen zijn voor mij wel relevant, dus die volg ik dan ook. Ik ben momenteel nog vooral lerende over de kaders van de jeugdbescherming. Omdat ik altijd in de vrijwillige hulpverlening werkte, miste ik de juridische kennis. Maar een regiefunctie heb ik al eerder gehad en dat is wel helpend.”
“Ik heb bewust voor het vak van jeugdbeschermer gekozen. Ik had eerder al lang een regiefunctie gehad en dat wilde ik weer. Als jeugdbeschermer heb je ook de vrijheid om je cases zelf in te plannen. Je bent eigenlijk je eigen baas, al werk je zeker met anderen. En het is absoluut geen 9 tot 5 baan waarbij alles steeds hetzelfde is. Ik heb in mijn werk echt diversiteit nodig. Dat heb ik nu: het werken met cliënten, rapportages schrijven, bellen en dingen regelen.”
“Wat ik soms nog lastig vind, is het zoeken naar balans tussen de cases waar je verantwoordelijk voor bent en tegelijkertijd ook kwalitatief goed werk leveren. Maar ik heb een heel fijn team, waar ik me echt gehoord voel en waar ik mee kan sparren. Naast de kinderen heb ik dat het meest gemist toen ik niet meer in de jeugdzorg werkte. Het sparren met collega’s, het echte teamgevoel. Dat is voor mij een van de belangrijkste aspecten van een baan. En dat teamgevoel ervaar ik bij Jeugdbescherming west enorm!”
Het sparren met collega’s, het echte teamgevoel. Dat is voor mij een van de belangrijkste aspecten van een baan. En dat teamgevoel ervaar ik bij Jeugdbescherming west enorm!”
“Ik geniet in mijn werk het meeste van de contacten met ouderen en jongeren. De verbinding aangaan met gezinnen. Ik haal daar echt voldoening uit. Zo werkte ik met een vader die een bezoekregeling had met zijn zoon, maar hij voelde zich niet gehoord als vader en als partner en ook niet door het systeem. Hij was zo boos dat hij zijn zoon niet meer wilde zien. We hebben veel gesprekken met hem gehad om te kijken waar zijn boosheid vandaan komt. Nu zijn er weer afspraken gemaakt over het bezoek aan zijn zoon. Hier word ik echt heel blij van. Je gunt een vader het contact met zijn zoon.”
“Die vijf jaar dat ik het vak uit ben geweest, heeft naar mijn idee juist voordelen gehad. Als je ouder wordt, kun je dingen beter relativeren. Daarnaast ben ik door het werk in het restaurant ook beter naar het totaalplaatje in de jeugdbescherming en jeugdzorg gaan kijken. Als horecabedrijf ben je afhankelijk van de gemeenten en van politieke besluiten. Dat geldt net zo goed voor de jeugdzorg. Je hebt te maken met subsidies en besluiten van de regering. Ik kan nu meer met een afstand naar de jeugdzorg kijken en ik ben me ervan bewust dat er ook een andere kant aan zit. Ook heb ik nu veel beter in beeld waar ik voor sta. Ik heb dus zeker veel geleerd van mijn eigen bedrijf, wat ik weer toepas in mijn werk als jeugdbeschermer.”