Amina werkte jarenlang als raadsonderzoeker bij de Raad van Kinderbescherming. Na 10 jaar besloot zij om het roer om te gooien en begon ze haar eigen winkel. Maar de jeugdzorg en de kinderen/jongeren bleven altijd in haar hart zitten. Daarom besloot zij 3 jaar geleden om weer terug te komen in de jeugdzorg. Deze keer niet als raadsonderzoeker, maar als jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming west. Ze vertelt je meer over haar drijfveren om terug te komen en hoe ze dat heeft ervaren.
“Als raadsonderzoeker was het mijn taak om te bepalen welke maatregelen nodig waren binnen een gezin. Ik had veel overleggen, met onder andere jeugdbeschermers en ouders. Daar haalde ik energie uit! Wat ik wel lastig vond, was dat ik na het opleggen van een maatregel niet wist hoe het daarna met de kinderen ging. Dat zorgde voor frustratie. Daarnaast had ik zelf ook kleine kinderen en de combinatie met het werk maakte het wel pittig. Ik besloot daarom om totaal iets anders te doen.”
“Zo startte ik mijn eigen winkel. Dat heb ik 10 jaar met veel plezier gedaan. Ik had nu wel veel tevreden klanten, toch miste ik diepgang. Uiteindelijk kon ik door omstandigheden niet meer doorgaan met mijn winkel en moest ik naar een andere baan zoeken. Eerst zocht ik naar commerciële functies. Maar op een geven moment betrapte ik mijzelf erop dat ik alleen maar aan het kijken was naar functies binnen de hulpverlening. Mijn man vroeg zich af waarom ik niet weer met/voor kinderen ging werken. Toen dacht ik: waarom niet? Het werken met kinderen heb ik altijd heel leuk gevonden. De jeugd is immers de toekomst en zonder goede basis is het einde zoek. En tijdens de 10 jaar dat ik mijn winkel had, heb ik nog regelmatig aan sommige kinderen uit mijn casussen gedacht en mij afgevraagd hoe het met hen zou zijn. Bovendien waren mijn eigen kinderen ook weer een stuk ouder en zelfstandiger.”
Doe nu de test en kom erachter of er een echte jeugdbeschermer in jou schuilt.
“Een vriendin vertelde me dat er veel jeugdbeschermers nodig waren. Ik solliciteerde daarop bij Jeugdbescherming west. Ik kende de organisatie al, omdat ik met hen samenwerkte in mijn tijd raadsonderzoeker. Die samenwerking heb ik altijd als prettig ervaren. Tijdens mijn sollicitatie werd ik direct enthousiast! En tot op de dag van vandaag heb ik absoluut nooit spijt gehad van mijn beslissing om bij Jeugdbescherming west te gaan werken.
Als jeugdbeschermer zit je als het ware aan het einde van de keten. Ik heb veel meer zicht op hoe het met kinderen gaat nadat een maatregel is opgelegd. Daarnaast heb ik het gevoel dat ik echt het verschil kan maken voor kinderen. Voor mijn tijd bij de Kinderbescherming werkte ik met mannen en vrouwen met verslavingsproblematiek en psychiatrie. Ik heb mij toen vaak afgevraagd af wie zich dan met de kinderen bemoeide. Nu als jeugdbeschermer kan ik de regie voeren over een gezin!”
“Wat nu anders is dan mijn werk bij de Raad van Kinderbescherming is dat je nu langere tijd bij het gezin betrokken blijft . Dat past ook beter bij mij. Ook het werken met de FFP-methodiek moest ik nog leren. Wel wist ik door mijn samenwerking met jeugdbeschermers al goed wat het vak inhield.”
“Het enige nadeel van mijn uitstapje was: in de 10 jaar dat ik uit de jeugdzorg was gestapt, was de SKJ-registratie in het leven geroepen. Ik heb wel een hbo-studie maatschappelijk werk gedaan, maar ik moest mijn SKJ-registratie dus nog halen. Om dat te halen, moest ik een verkorte hbo-studie doen en een EVC-traject. In totaal duurde dat een halfjaar. Het studeren naast het werken vond ik wel lastig, maar uiteindelijk viel het allemaal wel mee.”
“Doordat ik nog niet SKJ-geregistreerd was, kon ik het in het begin wat rustiger aan doen. Dat gaf mij de tijd om het vak weer toe te eigenen, weggezakte kennis opnieuw op te doen en langzaam mijn caseload op te bouwen. In combinatie met de studie die ik deed, vond ik dat wel erg fijn.”
“Dat ik een tijdje uit het vakgebied ben geweest, heeft ook voordelen. Nu ik ouder ben, kan ik meer relativeren. Ik heb meer levenservaring en merk dat ik hierdoor anders word gezien door bijvoorbeeld ouders. Doordat ik zelf kinderen heb, weet ik bijvoorbeeld hoe lastig opvoeden kan zijn. Daarnaast heb ik veel inhoudelijke kennis al opgedaan in mijn functie als raadsonderzoeker. Denk aan juridische kennis, hoe je kindermishandeling herkent, de gespreksvoering en het schrijven van verslagen. Toch leer ik zeker nog elke dag bij en mijn collega’s leren ook weer van mij.”
“In de afgelopen drie jaar heb ik als jeugdbeschermer mooie momenten meegemaakt. Een hoogtepunt was dat een kind dat ik nooit vergeten was uit mijn tijd als raadsonderzoeker nog steeds onder toezicht stond bij Jeugdbescherming west toen ik als jeugdbeschermer ging werken. Ik heb hem 18 zien worden en ik zag dat het goed met hem ging. Zo kon ik het alsnog afsluiten, dat was heel mooi! Zulke dingen kunnen me echt raken.”
“Maar het kunnen ook hele kleine gebeurtenissen zijn. Bijvoorbeeld een kind dat altijd boos op mij is en dat me ineens feliciteert met mijn verjaardag. Of als ouders jaren later aangeven dat ze begrijpen waarom ik een bepaalde maatregel heb genomen. Voor mij zijn dat grote doorbraken. Dat betekent dat iemand naar zichzelf kan kijken en openstaat om haar/zijn kind verder te helpen. Zo kun je echt perspectief bieden voor ouders en hun kinderen.”
“Ik vind echt dat terugkomen in het vak zeker de moeite waard is. Als je rondloopt met de gedachte om terug te komen, ga er iets mee doen! Het is nog steeds een mooi vak, al is het soms moeilijk. Maar ik geloof dat je echt iets kunt betekenen voor kinderen, hoe klein veranderingen soms ook zijn.”